Advertisement
Gepubliceerd op 17 May 2021 om 12h16
Door Michel Willems - Mobilitas

Fiscale update bedrijfsfiets en fietsvergoeding

De wereld rondom de bedrijfsfiets is vandaag in sterke evolutie. Bijna alle autoleasingmaatschappijen bieden specifieke formules aan. Verzekering, bijstand en onderhoud zijn inbegrepen. Wij bespreken hierna de laatste stand van zaken van de voordelige fiscaliteit van de bedrijfsfiets die door de werkgever wordt ter beschikking gesteld, al dan niet in combinatie met een bedrijfswagen.

Voordelige regeling voor de werknemer

Bedrijfsfiets en voordeel alle aard

Ontvangt men van zijn werkgever een bedrijfsfiets in het kader van het woon-werkverkeer dan wordt in principe geen voordeel van alle aard aangerekend voor het privégebruik.

 

Let op ! Indien de bedrijfsfiets enkel privé gebruikt wordt is er wel een belastbaar voordeel aan te rekenen. Het voordeel wordt dan berekend op basis van de werkelijke waarde.

Bedrijfsfiets en RSZ

Het ter beschikkingstellen van een bedrijfsfiets in het kader van het woon-werkverkeer is in principe vrijgesteld van RSZ-bijdragen. Indien de bedrijfsfiets enkel privé gebruikt wordt is er wel een normale RSZ-bijdrage verschuldigd op het belastbaar voordeel.

 

Belastingvrije fietsvergoeding voor bedrijfsfietsen

Wie vandaag met een bedrijfsfiets naar het werk rijdt kan van zijn werkgever een belastingvrije fietsvergoeding ontvangen van maximum 0,24 euro per gereden kilometer (tarief geldig voor het jaar 2021). Men kan dus als werknemer genieten van de cumul van drie belastingvrije stelsels : geen voordeel van alle aard (1), geen RSZ (2) en een belastingvrije fietsvergoeding (3). In de praktijk mag een werkgever in 2021een belastingvrije fietsvergoeding van 1.512 euro per jaar uitkeren (210 dagen x 30 km/dag x 0,24 euro/km). Dit komt neer op 126,00 euro netto per maand.

 

Effectief en regelmatig gebruik

De werkgever mag enkel de effectief getrapte kilometers in het kader van het woon-werkverkeer belastingvrij vergoeden. De fiscus spreekt van “effectief en regelmatig gebruik”.

In twee praktijkgevallen bepaalde de fiscus dit gebruik op 10% (fiscale ruling 12 maart 2019) en 20% (fiscale ruling 7 juli 2020) van het jaarlijks woon-werkverkeer. Een omweg om de kinderen naar school te brengen of boodschappen te doen komt niet in aanmerking. Het is vaak niet eenvoudig om een bewijs te leveren van het reële aantal afgelegde kilometers. Er bestaan wel registratiesystemen. Het bekendste platform is dat van Bike2work. Wij raden steeds de werkgever aan om de werknemer een jaarlijkse verklaring op eer te laten ondertekenen met de data en de afgelegde kilometers. Deze verklaring op eer is ook nuttig in het kader van de vrijstelling van RSZ en het voordeel van alle aard van de bedrijfsfiets.

 

Gebruik van de bedrijfsfiets in coronatijden

Het effectief en regelmatig gebruik in coronatijden kan soms problematisch zijn. In maart/april als in november/december 2020 en sinds maart 2021 bestaat de verplichting om te telewerken. De minister van Financiën antwoordde dat dit geen probleem vormt. Als het aantal woon-werkverplaatsingen met de fiets omwille van de COVID-19-maatregelen lager is dan voorzien in de fietspolicy van de werkgever, heeft dit niet tot gevolg dat de werknemer de fiscale vrijstelling verliest. Maar de vrijstelling van de fietsvergoeding is wel gekoppeld aan de werkelijke verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling. Daarom geldt die vrijstelling niet als de werkgever een fietsvergoeding betaalt voor dagen dat de werknemer van thuis uit werkt.

 

Verplichte fietsvergoeding voor werknemers van het paritair comité 200

Sinds 1 juli 2020 hebben werknemers van het paritair comité 200 (het aanvullend paritair comité voor bedienden) die zich regelmatig met de fiets verplaatsen automatisch recht op een fietsvergoeding. Het bedrag werd vastgesteld op 0,10 euro per effectief afgelegde kilometer met een maximum van 4,00 euro per werkdag. In de praktijk betekent dit dat een werknemer maximaal recht heeft op 0,10 euro per kilometer die de werknemer met de fiets aflegt met een maximum van 40 km per dag (dus een afstand van 20 km tussen zijn/haar woning en de werkplek). Indien de werkgever voordien reeds een hogere fietsvergoeding toekende kan hij deze behouden en mag hij de limiet van 40 km overschrijden. Voor de RSZ en de fiscus bedraagt de maximale belastingvrije vergoeding in elk geval 0,24 euro per afgelegde kilometer.

 

Elektrische fietsen en speed pedelecs

De fiscus beschouwt onderstaande 4 categorieën in tabel 1 als fietsen. Dit heeft tot gevolg dat alle elektrische fietsen en speed pedelecs vandaag dezelfde fiscale voordelen genieten als een gewone fiets. Steps, hoverboards of segways worden niet als fietsen beschouwd en komen niet in aanmerking voor de fiscale vrijstellingen.

 

Tabel 1 : onderstaande fietstypes genieten van de fiscale voordelen van fietsen

Bron:

FOD Mobiliteit

Gewone fiets

(zonder motorisatie)

Fiets met elektrische hulpmotor Gemotoriseerd rijwiel (Bromfiets klasse) ‘speed pedelec’
Wegcode FIETS FIETS FIETS BROMFIETS
Vermogen <= 250 W <= 1.000 W <= 4.000 W
Snelheidsbeperking (naar bouw) <= 25 km/h <= 25 km/h <= 45 km/h
Aandrijfkracht Enkel trapondersteuning Hoofddoel is trapondersteuning Hoofddoel is trapondersteuning
Minimumleeftijd 16 jaar 16 jaar
Helmplicht / Rijbewijs Neen Neen Ja
Inschrijving en nummerplaat Neen Neen Ja

 

 

Fiscale aftrek van een bedrijfsfiets bij de werkgever is steeds 100%

Zuivere fietskosten

  • Aankoop en financiële leasing : Een werkgever mag de aankoopkosten of kosten van een financiële leasing (on balance) van een bedrijfsfiets die hij aan een werknemer ter beschikking stelt tegen 100% fiscaal in rekening brengen. Dit geldt ook voor de onderhoudskosten. De bedrijfsfiets wordt lineair afgeschreven over een minimumperiode van ten minste drie jaar.
  • Operationele leasing : De fietskosten verbonden aan een operationele leasing (off balance) zijn ook aftrekbaar tegen 100%.

 

Toebehoren en fietsinstallaties

Volgende kosten zijn vanaf 1 januari 2020 voor 100% aftrekbaar :

  • toebehoren zoals een fietshelm, fietspomp, bel, fietslicht, reflectoren, gereedschapskist voor kleine herstellingen, fietstas, accu, lader van een elektrische fiets;
  • de fietsenstalling en de kleedruimte of sanitaire voorzieningen (investeringen of huurkosten)
  • kosten voor fietslaadpunten.
  • gewone, sportieve of beschermende kledij voor de fietser

 

Multimobiliteit

a)    De bedrijfsfiets in combinatie met een klassieke bedrijfswagen

De combinatie van een bedrijfswagen met een bedrijfsfiets is fiscaal perfect mogelijk en verhoogt niet het voordeel van alle aard van het totaalpakket. Wie kiest voor een kleinere bedrijfswagen en een bedrijfsfiets binnen hetzelfde budget zal mogelijks een lager voordeel van alle aard betalen.

 

b)    De bedrijfsfiets binnen het mobiliteitsbudget

De bedrijfsfiets kan een onderdeel zijn van pijler 2 (alternatieve en duurzame vervoersmiddelen) van het mobiliteitsbudget en geniet van de vrijstelling van voordeel van alle aard en RSZ-bijdragen. De fiscale aftrekbaarheid van de uitgaven bedraagt voor de werkgever 100%.

 

c)     De bedrijfsfiets binnen het cafetariaplan

De bedrijfsfiets kan een onderdeel zijn van een cafetariaplan waarin een beperkte loonmassa binnen bepaalde regels kan omgezet worden in voordelen. Hierbij kan het bijv. gaan over een deel van het brutoloon of de eindejaarspremie. Met dit deel van het loon kiest de medewerker voordelen, die hijzelf vastlegt. Denk hierbij aan extra vakantiedagen, pensioensparen of een kleinere bedrijfswagen maar ook een bedrijfsfiets.

Bedrijfsfiets en btw-aftrek

De btw-aftrek wordt beperkt tot het gedeelte “echt beroepsgebruik”. Hieronder vallen dus enkel de echte professionele verplaatsingen naar klanten. Het woon-werkverkeer met de bedrijfsfiets wordt voor de btw niet beschouwd als beroepsgebruik.

Michel Willems - Mobilitas

Michel Willems - Mobilitas, redacteur van dit artikel

Dit artikel gaat over: Fietsen (huur) , Mobiliteit

Gelijkaardige artikels