Advertisement
Gepubliceerd op 9 September 2020 om 14h44
Door Marc Demoulin

Mobiliteitsbudget: het is eindelijk zo ver

Uit een enquête afgenomen bij een honderdtal fleetbeheerders aan het eind van de lockdown blijkt dat bijna 40 procent van de ondernemingen wil inzetten op een verplaatsingspolitiek die meer gestoeld is op mobiliteit dan enkel op de bedrijfswagen. Dat zou het aantal aanvragen voor het mobiliteitsbudget sterk kunnen doen toenemen. Wij spraken over het onderwerp met Thierry Devresse, CEO van MMBB, die als specialist zijn commentaar geeft op het mobiliteitsbudget.

||
|| © ||

link2fleet: Hoe kan het federale mobiliteitsbudget eenvoudig worden omschreven?

Thierry Devresse: Voor mij is het mobiliteitsbudget gewoon de natuurlijke evolutie van het fiscale kader van de bedrijfswagen naar de nieuwe mobiliteit. Het is perfect voor verantwoordelijke gebruikers en jongere generaties, want het maakt een schonere en zeer flexibele mobiliteit mogelijk.

Het mobiliteitsbudget beloont sterk de gebruiker, die steeds vaker beslist. De werkgever bepaalt het budget, de gebruiker hoe hij het uitgeeft.

Het mobiliteitsbudget is duidelijk gedefinieerd in drie soorten uitgaven, die “pijlers” worden genoemd.

Pijler 1: Een schone en verantwoorde bedrijfswagen ter vervanging van de klassieke “statusbedrijfswagen”. Dat betekent niet dat bij de keuze van de auto geen emoties meer van tel zijn: ik heb zelf net mijn nieuwe ecologische dienstwagen gekocht, een plug-inhybride, en dat blijkt meteen de fijnste auto waar ik in mijn 30-jarige carrière mee heb gereden.

Pijler 2: Zachte mobiliteit (elektrische fietsen en dergelijke), openbaar vervoer, autodelen en huisvesting. Dit is het bewijs dat de Kerstman nog steeds bestaat, omdat er geen RSZ moet worden betaald noch inkomstenbelasting. Een deel van de btw wordt terugbetaald en er zijn nog andere aangename verrassingen in pijler 2. Er is geen beter belastingprogramma dan pijler 2: de gebruiker krijgt onmiddellijk al het geld.

Pijler 3: Op het einde van het jaar wordt het saldo van het niet-bestede budget gestort in het salaris met een inhouding van 38,07% voor de sociale zekerheid. Hoewel dit fiscaal nog steeds aantrekkelijk is, is dit de minst interessante pijler. Dat komt vooral omdat de tweede pijler moeilijk te overtreffen is.

Voorzichtig begin

l2f: Het mobiliteitsbudget is meer dan een jaar oud, hoe ontwikkelt het zich?

T.D.: Als ik het vergelijk met een pasgeborene, zou ik zeggen dat het een wonderkind is dat arm geboren is. Het heeft sterke ouders – de overheid – maar aan de andere kant zijn de tijden onzeker en de budgetten van rijke sponsors erg klein. De enige echte ondersteuners die we kennen, zijn visionaire startups die elk een deel van de oplossing hebben ontwikkeld. En dan is er nog Covid-19, dat de ontwikkeling heeft vertraagd…

Aan de andere kant is het kind mooi en zonder grote gebreken: het is unaniem goedgekeurd, wat niet het geval was voor de “cash for car”, en ik denk dat het binnenkort veel meer zal zijn dan een marketingtechnisch communicati onderwerp voor grote bedrijven in de sector. Volgens studies is ongeveer 30 procent van de bedrijfswagenrijders een toekomstig gebruiker van het mobiliteitsbudget. Persoonlijk denk ik dat het veel meer is, want nog niet iedereen heeft de vele voordelen van deze wet begrepen. Het mobiliteitsbudget heeft het potentieel om een reus te worden, omdat het voldoet aan de huidige behoeften van de gebruikers en zijn plaats vindt in de ecologische oplossingen voor een verzadigde mobiliteit die dringend moet veranderen.

Een boodschap aan CEO’s: dit is een geducht wapen om talent aan te trekken en te behouden. Het is ook een weerspiegeling van een modern, groen en geëngageerd management. Zo wordt bijvoorbeeld bij Klarrio, mijn meest recente klant, het aantal medewerkers met een mobiliteitsbudget uitgebreid omdat het de verwachtingen van het personeel en het management overtreft.

Covid als ‘booster’

l2f: Waarom dan zo’n trage start?

T.D.: Dat is heel eenvoudig: kleine en middelgrote ondernemingen vertegenwoordigen meer dan 80 procent van het economische weefsel en zij zien dit wonderkind als een mutant. Vaak hebben ze intern niet de nodige kennis in huis en weten ze niet waar ze moeten beginnen of met welk tools ze dit budget moeten beheren. Er spelen zo veel factoren, vol nieuwe werkwijzen die moeten worden gedefinieerd, en er zijn geen of weinig paden uitgestippeld.

l2f: Wat is dan de oplossing om van het mobiliteitsbudget een succes te maken?

T.D.: Als je iets wilt dat je zelf niet kunt doen, dan moet je het uitbesteden. Payroll is niet de specialiteit van KMO’s: zij vertrouwen dat toe aan gespecialiseerde bedrijven. We zien nu hetzelfde voor mobiliteit, dat een specialiteit op zich aan het worden is.

l2f: Wat is het effect van Covid-19 op het mobiliteitsbudget?

T.D.: Covid heeft de groei van het mobiliteitsbudget tijdelijk afgeremd, maar zal het uiteindelijk versterken en sneller laten groeien. We zijn gevoeliger geworden voor ecologie en bovendien moet elke euro zo goed mogelijk worden besteed. De behoefte aan zachte mobiliteit maar ook aan telewerken is toegenomen. Deze twee factoren maken het mobiliteitsbudget nog aantrekkelijker.

Marc Demoulin

Marc Demoulin, redacteur van dit artikel

Dit artikel gaat over: News , Vlootbeheer , Tax & Legal

Gelijkaardige artikels