Fleetnieuws VMS 2021 – De Citroën e-C4 langs binnen (fiscaliteit) en langs buiten (rijverslag)

Twee jaar nadat hij uit de Citroën-catalogus verdween, keerde de C4 eind 2020 terug. De brave compacte middenklasser is echter getransformeerd in een gedurfde cross-over. Hoewel de C4 een flinke 4,36 meter lang is, maakt hij wel degelijk gebruik van het CMP-platform van een categorie lager, maar dan met de langste wielbasis. Zo genieten de achterste inzittenden een mooie beenruimte. Door de aflopende daklijn komen grote volwassenen er echter in de problemen met hun hoofd. Een koffervolume van 380 liter is gemiddeld voor de categorie. Voorin kijken de inzittenden uit op een mooi geassembleerd dashboard, dat echter nogal somber en basic oogt – een kritiek die ook geldt voor de digitale instrumenten. Bergvakken zijn er echter in overvloed, met op sommige versies een lade in plaats van een handschoenkastje.

Onderweg zet de C4 naar Citroën-gewoonte in op comfort (de schokdempers met hydraulische aanslagpunten zijn op de meeste uitvoeringen standaard), ten koste van de rijdynamiek weliswaar. Op bochtige trajecten komt de C4 wat plomp voor de dag, en het overbekachtigde en indirecte stuur helpt daarbij niet. De motoren kennen we van andere modellen op deze basis. Het gaat om de 1.2 PureTech op benzine (100, 130 en 155 pk) en de 1.5 Blue HDi (110 en 130 pk). Op de krachtiger versies is ook de uitstekende achttrapsautomaat van de partij.