Advertisement
Gepubliceerd op 15 February 2020 om 16h52
Door Bert Troubleyn

Onderweg aan de stekker

Niet iedereen kan thuis of op kantoor een elektrische of plug-inhybride auto opladen. En soms volstaat je rijbereik gewoon niet om je verschillende bestemmingen van één dag te bezoeken en moet je wel onderweg laden. Maar hoe gaat dat dan concreet?

Als je niet thuis of op kantoor kan laden of onderweg wat extra stroom moet tanken in je EV of PHEV, dan heb je verschillende mogelijkheden. Alles hangt af van de beschikbare laadpunten onderweg of op je bestemming en hoe lang je de auto kan missen.

Wisselstroom

Het gemakkelijkst vind je een wisselstroomlaadpaal. Dat is in feite een laadpunt met een Type 2-connector – waar je doorgaans je eigen laadkabel op moet aansluiten – dat gewoon de beschikbare stroom van het plaatselijke net op een veilige manier aan je auto afgeeft. In feite is zo’n wisselstroomlaadpaal niet meer dan een (zeer) intelligent stopcontact, omdat hij kan communiceren met je auto, met het net en met een aanbieder van stroom. Omdat deze laadpalen wisselstroom bieden, zal het maximale laadvermogen vooral afhangen van de interne lader van je auto. Die moet namelijk de wisselstroom uit de laadpaal omzetten naar gelijkstroom voor de batterij. De meeste van deze publieke laadpalen leveren driefasenstroom met een maximumvermogen van 11 kW (16A) of 22 kW (32A). Let wel: deze laadvermogens haal je enkel wanneer de interne lader van je auto drie fasen kan laden. Als zijn interne lader monofasig is, dan zal je uit diezelfde laadpalen respectievelijk 3,2 kW (16A) of 7,4 kW (32A) kunnen betrekken omdat je auto slechts één van de drie fasen van het laadpunt kan benutten. Met dergelijke laadvermogens zal het doorgaans meerdere uren duren voor je voldoende stroom hebt geladen om weer minstens 100 kilometer verder te geraken. Dit soort laadpunten zal je dus vooral gebruiken op locaties waar je langdurig aanwezig bent. Op de parking van een supermarkt, waar mensen doorgaans na een dik half uur weer vertrekken, zijn deze ‘trage’ laadpunten minder zinvol.

Gelijkstroom

Een snellader kan je batterij veel sneller laden. De reden daarvoor is dat zijn gelijkstroom rechtstreeks naar de batterij kan gaan, zonder de flessenhals van de interne lader van de auto te moeten benutten. Gelijkstroomladers ontwikkelen vermogens van 35 tot 350 kW. Met de meeste EV’s kan je na een half uurtje aan zo’n lader hangen weer over minstens de helft en vaak zelfs meer van je rijbereik beschikken. Dit soort laders gebruik je typisch onderweg naar een verdere bestemming en doorgaans zal je hier in de auto of een nabijgelegen winkel of horecazaak zitten wachten tot wanneer je batterij vol is. Nadelen van snelladers zijn dat ze doorgaans veel duurder zijn – tot 3 keer meer dan een ‘trage’ wisselstroomlaadpaal – en dat ze door hun hoge vermogen de levensduur van sommige batterijen kunnen verminderen.

Hoeveel laadpunten telt België ?

We hebben net uitgelegd wat de mogelijkheden zijn om openbaar te laden. Maar hoeveel openbare laadpunten zijn er in ons land?

En waar vind je die?

Volgens AVERE, de Europese organisatie ter promotie van elektromobiliteit, staan er vandaag 3.682 publieke laadpunten in België, die met andere woorden voor iedereen toegankelijk zijn. Daarnaast staan er op bedrijfsterreinen nog eens een 4.500 en hebben 2.500 particulieren een laadpunt in de garage of op de oprit. Sommige bedrijven (vooral horecazaken) laten klanten gratis opladen bij een bezoek, bij andere moet je betalen.

Hoe betaal je voor een laadbeurt

Laadpalen waar je met een bankkaart kan betalen, zijn zo goed als onbestaand. Je moet daarom een (al dan niet gratis) abonnement aangaan bij één of meerdere providers van laaddiensten. Grote namen zijn NewMotion, BlueCorner, Plugsurfing, Chargemap, Maingau enzovoort, maar het aanbod is groot. Sommige aanbieders rekenen een bedrag per geladen kWh aan, andere rekenen daarbij ook nog een bedrag per minuut en sommige spelers vragen ook een startbedrag voor elke begonnen laadbeurt. Het loont de moeite om ze met elkaar te vergelijken, want de onderlinge prijsverschillen kunnen tot 30 procent oplopen. Waar je ook best op let, is hoeveel laadpunten elke provider biedt en of je ook over de grens kan laden met je abonnement van die aanbieder.

Om je kenbaar te maken aan een laadpunt, heb je meestal de keuze tussen een app, waarmee je dan een QR-code scant op de laadpaal, of een RFID-kaart of -sleutelhanger. Die laatste is praktischer voor in gebieden met een slechtere dekking van het gsm-netwerk.

Hoe vind je een laadpunt?

In tegenstelling tot tankstations staan laadpalen doorgaans niet heel zichtbaar langs de kant van de weg met grote lichtreclames en zelfs een winkel erbij. Vooral wisselstroompalen blinken uit door hun discretie en vaak is het bijhorende verkeersbord opvallender dan de paal zelf. In de geconnecteerde wereld waarin we leven zijn er gelukkig heel wat apps die je de weg wijzen. Twee grote spelers zijn Chargemap en Plugshare. Zij gebruiken input van hun gebruikers.

Iedereen kan er met andere woorden een laadpunt aangeven dat hij of zij is tegengekomen, vaak met commentaar en een beoordeling over de betrouwbaarheid van de paal in kwestie.

Als je een abonnement hebt bij een bepaalde provider, zal die doorgaans ook een app hebben waarin wordt aangegeven aan welke laadpalen je kan betalen met je abonnement bij hen.

Een geval apart: Tesla

Tesla heeft het zijn klanten veel eenvoudiger gemaakt. Enerzijds is er het befaamde Supercharger-netwerk van snelladers in heel Europa. Je hoeft nooit met RFID-kaarten of apps te rommelen: gewoon aankomen en inpluggen volstaat. De auto houdt zelf bij hoeveel je moet betalen, geeft dat door aan je Tesla-account en je krijgt een factuur op het eind van de maand.

Anderzijds is er ook een enorm netwerk aan zogenaamde Destination Chargers. In feite betekent dit dat Tesla aan bedrijven – alweer vooral horecazaken – gratis een of meerdere wallboxen geeft en het adres ervan opneemt in het navigatiesysteem van zijn auto’s. In ruil daarvoor kunnen klanten van deze zaken gratis of tegen een milde vergoeding daar terecht om te laden. Let wel: dit zijn geen snelladers maar ‘trage’ wisselstroompunten. En natuurlijk zijn alle andere eerder beschreven laadpunten van andere aanbieders ook gewoon toegankelijk voor Tesla’s. De VW-groep heeft trouwens goed naar het model-Tesla gekeken, want in de nabije toekomst zullen ook haar merken een vorm van Destination Chargers gaan aanbieden. Bovendien zullen ook zij aan de snelladers van Ionity met een systeem van automatische facturatie zonder RFID of app gaan werken.

En wat met bedrijven?

Steeds meer bedrijven plaatsen laadpunten voor elektrische voertuigen op hun parkings. Uit de Company Car Report 2019 die link2fleet in het najaar publiceerde leren we dat 36 procent van de ondervraagde Belgische ondernemingen al een laadinfrastructuur had, maar vooral dat liefst 49 procent van plan is om die in de toekomst te installeren.

Daarnaast heeft slechts 15 procent van de bedrijven een laadinfrastructuur bij werknemers thuis geïnstalleerd, maar is meer dan de helft (55 procent) van plan om dat binnenkort te doen. Dat betekent dus dat het aantal potentiële laadpunten voor elektrische auto’s weleens heel snel zou kunnen uitbreiden. Veel van deze bedrijven kunnen namelijk hun laadpunten publiek toegankelijk maken en externe gebruikers laten betalen via een app of RFID en een provider. Zo heeft Umicore aangekondigd te zullen investeren in de plaatsing van liefst 400 publiek toegankelijke laadpunten op zijn terreinen in België.

Bert Troubleyn

Bert Troubleyn, redacteur van dit artikel

Dit artikel gaat over: Vlootbeheer , Brandstof- en energiebeheer

Gelijkaardige artikels